Rampen 1 – Vechten tegen het water

Help! Menschdom! Help, wat helpen kan,
Het pekel schuimt en swelt, de winden
Verbaasen d’allerstoutste Man,
Of isser dan geen hulp te vinden?
Help! Hemel! Help: ach! wy vergaen,
Ons Landt dat wordt een Oceaen.

In zijn gedicht ‘De suchtende landman’ betreurde Johan Kemner de zware stormvloed die in 1717 de Noordzeekust trof. De ramp kostte aan duizenden mensen het leven, verwoestte huizen en vernietigde veestapels. De Kerstvloed was een van de grootste natuurrampen die Nederland ooit heeft meegemaakt.

Christmas_flood_1717 - Copy
Gravure uit Abbildung der fast übernatürlich-hohen Wasserflut am H. Christ-Tag 1717 und am 25. Hornung 1718. Neurenberg 1719.

Door zijn natuurlijke ligging heeft Nederland altijd met overstromingen te maken gehad. Over die strijd tegen het water zijn tal van verhalen verteld, variërend van volksvertellingen over een slimme jongen, genaamd Hansje Brinker, die een ramp wist te voorkomen door zijn vinger in de dijk te steken tot de film De Storm uit 2009 over de watersnood van 1953. Dankzij de Deltawerken en andere verdedigingssystemen heeft Nederland in de tweede helft van de twintigste eeuw relatief weinig problemen met water gekend. Voor die tijd bracht het water rampspoed met zich mee.

Vragen en opdrachten

1. Ieder jaar berichtten de media over natuurrampen als watersnoden, aardbevingen en grootschalige bosbranden. Welke recente rampen zijn jou bijgebleven? Hoe reageerde je daar destijds op?

2. In 2017, driehonderd jaar na de Kerstvloed van 1717, maakte regisseur Nico van der Wijk een film over de watersnood. De film gaat over commies-generaal Thomas van Seeratt (1676-1736), die verantwoordelijk was voor de dijken van Groningen. Bekijk de volgende trailer. Hoe worden Van Seeratt en de andere bestuurders afgebeeld?

3. Thomas van Seeratt hield een uitgebreid journaal bij van zijn werkzaamheden. De tekst (en een transcriptie van de tekst) vind je hier. Lees uit het originele journaal de pagina’s 7-8 en 19-27 (deze komen overeen met de pagina’s 11-13 en 22-29 uit de transcriptie). Maak eventueel gebruik van het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT).

a. Op 12 december 1716, ruim een jaar voor de ramp, bracht Van Seeratt verslag uit aan de afgevaardigden van Stad en Lande, de tegenwoordige provincie Groningen. Beschrijf wat hij concludeerde over de staat van de dijken.
b. Beschrijf hoe de afgevaardigden reageerden op Van Seeratts rapport. Op welke manier liet de auteur zien een expert te zijn?
c. Komt Van Seeratts beeld van de afgevaardigden overeen met dat uit de filmtrailer? Motiveer je antwoord.
d. Vat samen hoe Thomas van Seeratt handelde op 26 december 1716.
e. Tijdens de watersnood had Van Seeratt te maken met plunderingen. Leg uit hoe hij dat probleem oploste.
f. Leg uit waarom Van Seeratt zout liet aanvoeren.

4. In de achttiende en negentiende eeuw werden de reddingswerkzaamheden na rampen steeds beter gecoördineerd. Na de desastreuze Kerstvloed van 1717 werd bijvoorbeeld de overheid verantwoordelijk voor de staat van dijken. Voor die tijd hielden grondeigenaren toezicht. Ook het financiële aspect werd goed gedocumenteerd.

In 1820 had Zuid-Nederland te maken met een watersnoodramp. De staat ging op een andere manier te werk.

a. Bekijk de volgende archiefstukken. Leg uit wat in dit document wordt beschreven. De stukken vind je hier.
b. Welk bedrag ontving Willem Zegen? Bereken hoeveel dat vandaag de dag zou zijn. Maak gebruik van de calculator op de website van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG). De website vind je hier.
c. Ook koning Willem I (1772-1843) schreef over de ramp. Bekijk deze afbeelding. Leg uit om wat voor document het gaat. De afbeelding vind je hier.
d. Vat kort samen wat de koning hier schrijft. Je kunt de tekst hier vinden.