In 2015 wijdde het satirische nieuwsprogramma Zondag met Lubach een item aan de aankomende waterschapsverkiezingen. Verschillende partijen maakten gebruik van opvallende en soms alarmerende affiches en reclamefilmpjes. Het waterschap Rivierenland gebruikte de slogan “Zwemmen of stemmen…” en het waterschap Groot Salland adverteerde met een poster met een volledig overstroomd landschap. Op de golven dobberde eenzaam een teddybeer.
Het hoogheemraadschap Rijnland ging nog een stapje verder door een heuse rampenfilm te laten maken, getiteld Windkracht ’21. Dit reclameoffensief was bedoeld om meer mensen naar de stembus te trekken. Zeker met het besef dat de zeespiegel stijgt, is het belangrijk om na te denken over onze bescherming tegen het water.
Nederland, waterland. Nederland heeft van oudsher een bijzondere relatie met het water. De gunstige ligging aan de Noordzee maakte het mede mogelijk om in de zeventiende eeuw een handelsimperium op te bouwen. Omdat bijna een derde deel van Nederland onder de zeespiegel ligt, hebben we in de geschiedenis ook veel schade ondervonden. Sinds het Deltaplan, dat na de watersnood van 1953 werd ingevoerd om het laaggelegen Nederland beter te beschermen tegen het water, hebben we relatief weinig schade ondervonden door overstromingen. In de eeuwen daarvoor was een natuurramp een vreselijke, maar ook meer frequente gebeurtenis.
Dit thema over nationale rampen bestaat uit drie onderdelen. In deel 1 kijken we naar de manieren waarop Nederland van oudsher omgaat met een watersnood. Dat doen we aan de hand van twee casussen: de Kerstvloed van 1717 en de watersnood van 1820. Daarbij staan staatspapieren en het dagboek van de Groningse commies-generaal Thomas van Seeratt centraal. In deel 2 bespreken we hoe rampen gezien werden als een straf van God en hoe ongewone fenomenen als kometen een onheilspellende, bovennatuurlijke boodschap aankondigden. In deel 3 bespreken we ten slotte de rol van de monarchie tijdens crisismomenten, zowel tijdens het bestuur van koning Lodewijk Napoleon aan het begin van de negentiende eeuw als dat van het koningshuis nu.